Luyensmolen Ittervoort
Oliemolen Ittervoort en zijn molens waren voor de Franse tijd (1795-1813) nauw verbonden met het vorstendom Thorn. Al in 1252 werd door zuster Elisabeth een erflast van 18 malder rogge op de molen gelegd ten gunste van de kerk van Thorn. In 1338 gaf de abdis de molen in erfpacht uit en uit de bepalingen blijkt dat ook een oliemolen aanwezig was. De oliemolen moet later opgeheven zijn want in 1854 wordt de inrichting van een oliemolen aangevraagd voor de Luyensmolen, naast de bestaande korenmolen. Sindsdien heette de watermolen in de volksmond de Oliemolen. De oliemolen blijkt klein te zijn geweest, de lopers van de kollergang hadden een middellijn van 1,20 m en een dikte van 32 cm. Meestal zijn de stenen resp 1,60-1,80 m en 45-55 cm.
Turbine In 1917 werd het waterrad vervangen door een turbine en de maalinrichting en oliemolen verwijderd. Een nieuwe maalinrichting met gietijzeren maalstoel werd geplaatst, de oliemolen keerde niet terug. In het begin van de jaren vijftig werd het waterrecht verkocht en een elektrische hamermolen geplaatst waarmee tot in de zestiger jaren gemalen werd.
|