Verdwenen windmolens in de 20e eeuw

Leudal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Molen van Ramaekers, Roggel (2010)

 

 

 

      plaats

 

verdwenen molen

jaren

   oorzaak

 

 

 

 

 

 

 

 

      Ell

‘t Meuleke

     1802 - 1944

   oorlog

      Nunhem

Nunhemer molen

     1804 - 1922

   brand

      Roggel

molen van Smeets

ca 1805 - 1944

   oorlog

 

 

 

 

      Roggel

molen van Ramaekers

     1868 - 1946

   storm

      Hunsel

Cornelia

     1869 - 1944

   oorlog

      Oler

Marie-Louise

     1874 - 1944

   oorlog

 

 

 

 

      Heythuysen

molen Van den Eertwegh

     1904 - 1944

   oorlog

 

 

 

 

 

                        

 

                              molen L.J.A. Ramaekers 1935, Koppelstraat

 

 

Molen van Ramaekers, Roggel

 

De molen is gebouwd door Andreas Ramaekers of Raemaekers, molenaar op de standaardmolen te Meijel. Hij trouwde een rijke Roggelse en bouwde in zijn nieuwe woonplaats zijn eigen moderne molen. Het bouwjaar van de koren- en oliemolen was 1867-68, een oude windvaan draagt het jaartal 1867. De berg- of beltmolen is altijd in bezit van de familie Raemaekers gebleven. Vanaf 1937 was het maalwerktuig nauwlijks meer in gebruik, een elektrische maalderij had de windgedreven machine overbodig gemaakt. De molen kwam zonder schade de oorlog door maar werd in 1946 door een storm vernield. Het binnenwerk ging in 1965 door een brand verloren.

 

 

 

 

 

Molen van Smeets, Roggel

 

 

 

                                 

 

                                                                                                                                                                           1858

 

 

Goossens

 

Op bovenstaande tekening uit het midden van de 19e eeuw staat dat de molen eigendom is van de erfgenamen Goossens. Johannes Goossens (ca 1750-1834) was burgemeester van Roggel. Zijn zoon Johannes Lambert Goossens (1779-1809) werd in Roggel geboren en overleed aldaar op 30-jarige leeftijd. In zijn korte leven was hij molenaar van beroep, dus in het eerste decennium van de 19e eeuw. Zijn jongere broer Emericus Goossens (1786-1844) was in de jaren dertig van die eeuw eigenaar van de molen en ook hij was burgemeester van Roggel. Het is gezien het molenaarschap van Johannes Lambert waarschijnlijk dat de molen in het eerste decennium van de 19e is gebouwd, kort nadat de heerlijke rechten door de Fransen opgeheven waren. De bouwer zal de vader van Johannes en Emericus geweest zijn: burgemeester Johannes Goossens.

 

Roggel verlangde al heel lang naar een eigen molen maar het St. Elisabethsklooster wist de bouw steeds tegen te houden. De Elisabethsmolen was banmolen voor Roggel en de kloosterlingen waren verplicht het banrecht te verdedigen om de inkomsten van hun molenaar/pachter te beschermen. De Fransen hieven niet alleen de heerlijke rechten op, ook de kloosters werden opgeheven, voor Roggel was de weg vrij om eindelijk de eigen molen te bouwen.

 

In 1842 brandde de molen af, herbouw volgde, vermoedelijk in 1846. Hoogstwaarschijnlijk was de eerste versie van de molen een standaardmolen, het gangbare windmolentype rond 1800. De nieuwe molen was een beltmolen.

 

De erfgenamen van Emericus Goossens verkochten het maalwerktuig in 1868. De familie Hermans zette de ‘druk bemalen windgraanmolen’ in 1876 weer te koop en pachter Gerard Schreurs nam de molen toen over. Johannes Hubertus Smeets kocht op zijn beurt als pachter de molen in 1909 van de erven van Schreurs.

 

Terugtrekkende Duitsers bliezen de molen 14 november 1944 op.

 

 

 

                                                                                                                            molen van Smeets aan de Molenweg

 

 

 

 

 

 

   Molen Van den Eertwegh, Heythuysen

 

    De bergmolen Van den Eertwegh werd gebouwd in 1904. Op de dag van de bevrijding, 15 november 1944, bliezen

    de terugtrekkende Duitsers de korenmolen op.

 

 

 

      Foto: ca 1930, uit P. van Bussel, ‘De molens van Limburg’

 

 

 

 

 

Nunhemer / Buggenumse molen

 

De standaardmolen stond op grond van de gemeente Nunhem, maar dicht tegen Buggenum aan. De molen werd daarom later ook de windmolen van Buggenum genoemd. In een advertentie uit 1866 waarin de molen te koop wordt aangeboden, gaat het om

 

             ‘Eenen goed gecalandeerden Windgraanmolen, gelegen tusschen Nunhem, Neer en Buggenum,

              genaamd den Nunhemermolen’

 

Wanneer de gesloten standaardmolen is gebouwd is niet bekend. Maar er bestaat een rekening uit 1804-1806 aan de eigenaar Waegemans voor het aangemaakte ijzerwerk voor de molen. Er is heel wat werk geleverd in die jaren, vermoedelijk is de molen toen gebouwd. Kort daarvoor was door de Franse bezetter de heerlijke rechten opgeheven waardoor het nu een ieder vrij stond een molen te bouwen na toestemming van de overheid.

 

             Rekenijen voor den heer Carolus Josephus Waegemans 1804 den 24 october voor aan die wijntmoelen

             aengaende het ijserwerck dat daer aengemaackt is

 

 

 

Van hand tot hand

 

Er is met de molen in de loop der jaren flink geleurd. De erfgenamen Waegemans verkopen de molen in 1863. De nieuwe eigenaar Beltjens zet september 1866 een advertentie voor een nieuwe pachter, maar al een maand later advertenties met een aankondiging van de veiling van de molen, aanvaarding 1 april 1867. Wel met de toevoeging:

 

             Indien er zich geene koopers voor den molen zouden opdoen zal dezelve, op gemelden dag, uur en

             plaats openbaar voor 3 à 6 jaren verpacht worden.

 

De molen is niet verkocht, want drie jaar later, eind 1869, biedt Beltjens de molen opnieuw ter veiling aan, weer met de toevoeging

 

             Bijnaldien de Molen bij gebrek aan liefhebbers onverhoopt niet kan verkocht worden, zal dezelve

             onmiddelijk na afloop van de veiling publiek worden verpacht.

 

Maar nu gaat de molen over in handen van de weduwe Theodoor Aquarius uit Neer.  Zoon H. Aquarius zoekt april 1874 een nieuwe pachter. In 1898 wordt de molen door de erven verkocht aan een molenaarsknecht uit Herten, Jan van Grootel, die hem acht jaar later doorverkoopt aan molenaar Jan Winkelmolen. Twaalf jaar later, in 1918 koopt landbouwer Peter Schreurs het maalwerktuig, maar al een jaar later komt de molen in handen van Joanna Hendrickx en Mathias Boogaerts, bakker in Reuver. De zaken lopen niet en in 1922 gaat de molen weer in de verkoop.

 

 

                                                                 

 

                                                                                Foto: 1920, uit P. van Bussel, ‘De molens van Limburg’

Verzekering dekt de schade

 

April 1922 wordt een openbare verkoop van de windgraanmolen van Buggunum aangekondigd, maar de molen wordt niet verkocht.  Een nieuwe poging tot verkoop zou maandag 9 juni plaats vinden maar op 14 juni staat het volgende berichtje in de krant:

 

              In den nacht van Vrijdag op Zaterdag is de windgraanmolen liggende in het veld van Nunhem geheel in

              vlammen opgegaan. De oorzaak van dezen brand is onbekend, verzekering dekt de schade.

 

In andere berichtgeving wordt ‘het inslaan van den bliksem’ als oorzaak genoemd.

 

 

     

 

 

              Krantenberichten van resp. 14 en 17 juni 1922

  

 

 

 

 

                                                                                                                           

 

 

 1935

 

Marie Louise, Oler

 

De bergmolen werd gebouwd in de jaren 1873/74. Op 5 oktober 1944, een maand voor de bevrijding, werd de korenmolen door de bevrijder beschoten. De Engelsen ‘onthoofden’ de molen door hem doormidden te schieten, het bovenste deel stortte in.

 

 

 

  Cornelia, Hunsel

 

   De stenen bergmolen werd in 1869 gebouwd. Op 22

   september 1944 brachten de Duitsers een springlading

   aan in de molen, de korenmolen werd opgeblazen.

 

 

 

 

 

’t Meuleke, Ell

 

De standaardmolen te Ell werd gebouwd in 1802 kort na het opheffen door de Fransen van de heerlijke rechten - waaronder het alleenrecht van de Heer der heerlijkheid een molen te bouwen.

 

Op 23 september 1944 stopte een Britse verkenningspatrouille bij het molenaarshuis en de molenaar en zijn zoon spraken even met de Engelsen. Dat werd gezien door de Duitsers vanaf hun uitkijkpost in de kerktoren. Als vergelding staken zij de korenmolen in brand.

 

Foto: de Nieuwe Koerier, 31 december 1938

 

 

 

 

 

 

 


 

 

 

 

 Site Leumolen

 

 

 Site De molens van Leudal