Nunhemer / Buggenumse molen
De standaardmolen stond op grond van de gemeente Nunhem,
maar dicht tegen Buggenum aan. De molen werd daarom later ook de
windmolen van Buggenum genoemd. In een advertentie uit 1866 waarin de
molen te koop wordt aangeboden, gaat het om
‘Eenen goed gecalandeerden
Windgraanmolen, gelegen tusschen Nunhem, Neer en Buggenum,
genaamd den Nunhemermolen’
Wanneer de gesloten standaardmolen is gebouwd is niet
bekend. Maar er bestaat een rekening uit 1804-1806 aan de eigenaar
Waegemans voor het aangemaakte ijzerwerk voor de molen. Er is heel wat
werk geleverd in die jaren, vermoedelijk is de molen toen gebouwd. Kort
daarvoor was door de Franse bezetter de heerlijke rechten opgeheven
waardoor het nu een ieder vrij stond een molen te bouwen na toestemming
van de overheid.
Rekenijen voor den heer
Carolus Josephus Waegemans 1804 den 24 october voor aan die wijntmoelen
aengaende het ijserwerck dat
daer aengemaackt is
Van hand tot hand
Er is met de
molen in de loop der jaren flink geleurd. De erfgenamen Waegemans
verkopen de molen in 1863. De nieuwe eigenaar Beltjens zet september 1866
een advertentie voor een nieuwe pachter, maar al een maand later
advertenties met een aankondiging van de veiling van de molen, aanvaarding
1 april 1867. Wel met de toevoeging:
Indien er zich geene koopers
voor den molen zouden opdoen zal dezelve, op gemelden dag, uur en
plaats openbaar voor 3 à 6
jaren verpacht worden.
De molen is
niet verkocht, want drie jaar later, eind 1869, biedt Beltjens de molen
opnieuw ter veiling aan, weer met de toevoeging
Bijnaldien de Molen bij
gebrek aan liefhebbers onverhoopt niet kan verkocht worden, zal dezelve
onmiddelijk na afloop van de
veiling publiek worden verpacht.
Maar nu gaat
de molen over in handen van de weduwe Theodoor Aquarius uit Neer. Zoon H. Aquarius zoekt april 1874 een
nieuwe pachter. In 1898 wordt de molen door de erven verkocht aan een
molenaarsknecht uit Herten, Jan van Grootel, die hem acht jaar later
doorverkoopt aan molenaar Jan Winkelmolen. Twaalf jaar later, in 1918
koopt landbouwer Peter Schreurs het maalwerktuig, maar al een jaar later
komt de molen in handen van Joanna Hendrickx en Mathias Boogaerts, bakker
in Reuver. De zaken lopen niet en in 1922 gaat de molen weer in de
verkoop.
Foto: 1920, uit P. van Bussel, ‘De molens van
Limburg’
Verzekering dekt de schade
April 1922 wordt een openbare verkoop van de
windgraanmolen van Buggunum aangekondigd, maar de molen wordt niet
verkocht. Een nieuwe poging tot
verkoop zou maandag 9 juni plaats vinden maar op 14 juni staat het
volgende berichtje in de krant:
In den nacht van Vrijdag op
Zaterdag is de windgraanmolen liggende in het veld van Nunhem geheel in
vlammen opgegaan. De
oorzaak van dezen brand is onbekend, verzekering dekt de schade.
In
andere berichtgeving wordt ‘het inslaan van den bliksem’ als oorzaak
genoemd.
|