Molenstenen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Molenstenen

 

De huidige maalstoel, de molenstenen met kuip, is geplaatst in 1961. De maalstoel is afkomstig van de watermolen van Damoiseaux in Sittard die vanwege de stadsvernieuwing werd afgebroken. Tussen de twee steenkoppels staat de steenkraan (zie volgende pagina). Rechtsonder het luik waardoor de zakken graan omhoog getrokken worden.

 

 

Ligger, loper, molenijzer, kuip

 

De twee koppels molenstenen liggen op de steenzolder. De onderste steen van een koppel ligt stil (de ligger), de bovenste (de loper) draait. De as die de loper doet draaien moet goede grip op de steen hebben en o.a. daartoe is in de loper een molenijzer aangebracht. Het molenijzer of rijn, kan met twee of vier takken in de steen grijpen. Aan de vorm van het asgat is de molensteen te herkennen als loper of ligger (zie afbeelding). Een koppel molenstenen is omgeven door een houten kuip waarin het meel opgevangen wordt.

 

 

                                

 

                            illustraties: internet

 

 

Kaar, schoe, kropgat

 

Het graan wordt in een opslagtrechter, de kaar gestort en van daaruit via de schudbak in het midden van de loper gedeponeerd. De schuddebak, schoe of schoen is een open bakje dat in schuddende beweging wordt gehouden door een asje met nok op de molensteen. Door de draaiende beweging tikt de nok bij iedere omwenteling tegen de schoe waardoor het graan gedoseerd in het kropgat van de molensteen valt.

 

 

                                                   

 

 

Molenstenen

 

Materiaal: Rond de eeuwwisseling (19e-20e) wordt de kunstmaalsteen geďntroduceerd, gemaakt uit een mengsel van kwarts en een bindmiddel of van beton. Vanwege de duurzaamheid zijn veel molens in de daarop volgende jaren met kunststenen uitgerust. Kunststenen zijn zo hard dat het minder vaak nodig is de stenen te ‘billen’, bij te slijpen. Molenstenen van natuursteen zijn gehakt uit tuf- of lavasteen en worden blauwe stenen genoemd. In 1920 wordt in de Eifel, waar veel natuurstenen molenstenen vandaan kwamen, een delfverbod van kracht en ook daarom raakt de kunstenen molensteen zeer in trek. Ook de Leumolen heeft kunststenen.

 

Afmeting: Molenaars gebruiken vaak de Amsterdamse voet (0,283 m) als maateenheid. De Leumolen heeft 17-er stenen, d.w.z. stenen met een omtrek van 17 voet, wat overeenkomt met een diameter van een 1,5 m.

 

Productie: De loper van de Leumolen kan volgens de bouwtekening uit de jaren zestig een snelheid van 50 omwentelingen per minuut halen, het tweetal koppels een productie van 750 kg/uur

 

 

 

        

 

 

 

 


 

 

 

 Site Leumolen